Waarom non-verbale communicatie ons flink op het verkeerde been kan zetten.
Een van onze persoonlijkheidsvragenlijsten die veel gebruikt wordt, is de ‘Communicatiestijl’ vragenlijst. Deze vragenlijst geeft aan hoe mensen bij voorkeur communiceren. Zijn ze geneigd om de leiding te nemen in een gesprek of om juist anderen de ruimte te geven? Of wisselt dat wellicht gedurende een gesprek? Hebben ze aandacht voor de relatie met de ander of komen ze liever meteen ter zake? Mensen verschillen in hoe ze zich opstellen in een gesprek en ook waar ze bij voorkeur over praten. De vragenlijst is een prachtige, laagdrempelige manier om inzicht te krijgen waarom de communicatie met de één soepeler verloopt met de ander, waar het kan botsen en waar mensen elkaar mooi aan kunnen vullen.
Met de verschillende communicatiestijlen komt ook zogenaamde ‘non-verbale communicatie’ kijken. Non-verbale communicatie is alles waar geen taal bij komt kijken, zoals je lichaamstaal, mimiek, intonatie en handgebaren. Volgens een onderzoek van Mehrabian en Ferris dat al uit 1967 stamt, is slechts 7% van onze communicatie de woorden die we uitspreken. 93% is non-verbale communicatie, waarvan 38% het lichaamsgeluid en 55% lichaamstaal. De boodschappen die we van anderen ontvangen beoordelen we dus maar voor een klein deel op taal en voor een veel groter deel op wat de ander laat zien of uitdrukt. Maar wat nou als iemand non-verbaal niet veel laat zien…?
Bij de verschillende communicatiestijlen in onze Communicatiestijl vragenlijst zijn degenen die vooral een voorkeur hebben voor praten over de inhoud (resultaten, afspraken, processen, doelen, details, etc.) wel eens lastiger ‘te lezen’. Zij zijn over het algemeen minder expressief in hun gezichtsuitdrukkingen, waardoor het moeilijk kan zijn voor anderen om hen te doorgronden. Wat denkt, voelt of vindt de ander? Als we dat niet aan de ander kunnen zien, zijn we veelal geneigd om het in te vullen: de ander heeft geen mening, vindt het niet interessant, begrijpt niet wat er gezegd wordt, etc. En daar kan het dus nog wel eens mis gaan in de communicatie, omdat we verkeerde aannamen doen.
Voor degenen die het lastig vinden om aan lichaamstaal af te lezen hoe de ander in het gesprek staat: toets je aannamen! Vraag naar de ander zijn/haar/hen mening. Toets of wat je vertelt vragen oproept bijvoorbeeld. Aan de ‘zenders’ adviseren we vaak; als mensen niet aan je kunnen zien hoe je over iets denkt of wat je mening is, vertel het dan. Dat anderen het niet aan jou kunnen zien, betekent niet dat je geen mening of gevoel hebt! Waar ben je enthousiast over? Waar zitten jouw zorgen? Dat vraagt oefening, voor zowel zender als ontvanger, maar die check blijven doen kan zoveel miscommunicatie voorkomen.
‘Meer weten hoe dit werkt voor degenen die zich op een expressievere manier uiten?
Lees binnenkort onze blog ‘’ What you see isn’t always what you get – deel 2.